Gedenkboek 1930

1930

Gedenkboek

50 jaar RijksHBS

blad 11

Gemeentebestuur, dat bij de school een derde regent zou worden aangesteld, het pad van dien paedagoog was niet met rozen bezaaid. "Menigvuldige tegenkantingen, hinderpalen en moeielijkheden, die tegen de instelling zijn verwekt en die waarschijnlijk niet zullen nalaten verwekt te worden, zoo lang dezelve als stedelijk zal kunnen beschouwd worden, zijn oorzaak dat deze inrichting niet kan bloeien, noch ook die vruchten opleveren, welke men zonder deze oppositie, er van zoude kunnen inoogsten". Aldus de Pastoor deken van Venlo Mgr. Schrijnen in een brief d.d. 24 Juli 1840 aan de EdelAchtbare Regeering der stad Venlo. Zijn HoogEerwaarde stelt dan voor "opdat de EdelAchtbare Regeering ophoude de wrijfpaal te zijn van de Partijen, om, het Kollege, te beginnen met 1e October aanstaande, aan mij over te geven, zullende ik hetzelve van dat tijdstip voor mijne eigene rekening nemen".

Inmiddels schijnt de EdelAchtbare Regeering er de voorkeur aan gegeven te hebben de wrijfpaal van partijen te blijven, althans in September 1842 slaakt de Pastoor
deken opnieuw een noodkreet en stelt andermaal voor het Kollegie aan hem over te dragen. De kritiek, die hij op het instituut uitoefent, is trouwens teekenend: "Hoe kunnen twee Regenten de zes klassen geven, welke door alle reglementen, bij een Kollegie vereischt worden? Hoe zouden zij, zonder het geweten te kwetsen, zich durven belasten met eene taak, welke zij in de onmogelijkheid zijn te vervullen?" etc. En dat die kritiek juist is, blijkt wel uit een brief van den heer Schreuder adviseur, belast met de Inspectie van het Onderwijs in Limburg, die eindigt met het stadsbestuur te verzoeken eens eindelijk te zorgen, dat wat men Kollegie belieft te noemen, ook werkelijk voldoet aan de eischen die aan een Kollegie mogen gesteld worden. Het is dan ook te begrijpen, dat de Directeur Heuvels na afloop van het eerste half schooljaar 1843-1844 zijn post als Directeur van het stads-kollegie wenscht neer te leggen".
Een onoverwinnelijke tegenzin voor het onderwijs en de langdurige onzekerheid, waarin wij tot hiertoe verkeerd hebben, en waarschijnlijk nog verkeeren zullen, betrekkelijk de toekomst van het Kollegie, hebben mij tot dit besluit aangepord".

Neen waarlijk, Directeur Heuvels wandelde
niet op rozen en ik stel me voor, dat hij vaak
in gedachten verzonken en met diep gerimpeld voorhoofd door de nauwe straten en over de wallen van Venlo zal gewandeld hebben; ten slotte rees
 

verder.
overzicht.